Een prachtige, brede laan van precies een kilometer lang, iets ten oosten van de binnenstad, met bomen, een wandelpad en aan beide kanten fraaie herenhuizen en stadspaleizen: welkom aan de Maliebaan, kroonjuweel van Utrecht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zag het er geregeld zwart van de aanhangers van Hitler. De Maliebaan werkte als een magneet op de Duitse instanties, maar ook op mantelorganisaties van de NSB. Musserts hoofdkwartier was er al in 1937 gevestigd, na 1940 volgden nog zeker vijftien nazi-instituten. Er waren parades (destijds voorbijmarsen genoemd), er kwamen topnazi’s op bezoek, er werd vergaderd, gekonkeld, gespioneerd, geroddeld en samengezworen. Maar schuin tegenover Mussert resideerde de ferm anti-Duitse rooms-katholieke aartsbischop Jan de Jong, die tegenover de nazi’s zijn rug recht hield. En pal naast de gevreesde verhoorkamers van de Sicherheitspolizei woonde dr. Max, ofwel Marie-Anne Tellegen. Zij nam ontslag als topambtenaar bij de gemeente en kreeg een belangrijke positie in het Utrechtse en het landelijke verzet.